Hmm, wat een anticlimax. Ik heb het wel uitgelezen, hoor, ik wilde te graag weten hoe het zou aflopen en hoe eindjes zouden worden afgewerkt. Wees gerust, lieve lezertjes, ik verklap niets. Dit is dus typisch zo'n project dat de maakster compleet boven het hoofd is gegroeid. Ze raakt verstrikt in een onontwarbare kluwen en gaat dan flauw goochelen met 'a realm of magic previously unknown to us' of iets dergelijks, ik weet de exacte bewoording niet meer, om de brave borsten in HP-land onwaarschijnlijkst door het verhaal te loodsen. Er vallen wel flink wat doden, ook braveriken sneuvelen bij bosjes.
'Methinks she allowed an editor near this one', merkte een Amerikaanse lezer op. Prettig, dacht ik. Had ik een speciaal redactievrij exemplaar te pakken (dat ik trouwens had geleend, waarvoor mijn dank, want ik was bijzonder lees- en nieuwsgierig)? Ik struikelde al snel over verschillende apostrof- en stelfouten. Qua taal was het verder wel te doen, maar de talige fouten liepen mij hier meer in het oog dan bij vorige delen (misschien was ik er meer alert op door de opmerking van die andere lezer).
Waarom heeft niet iemand gezegd 'Hey JK, how about condensing a bit and concentrating on the main story'. En dan die ellenlange uitweidingen over al die personages met lange tenen die met hun gevoelens worstelen. De zoetige epiloog deed de deur dicht. Poe.


Roths Elckerlyc (Everyman is een verwijzing naar het allegorische personage uit de middeleeuwse literatuur) wordt begraven. Aan zijn graf staan onder anderen zijn broer, zijn zoons uit zijn eerste huwelijk, zijn dochter uit zijn tweede huwelijk en haar moeder, zijn tweede vrouw. In de korte roman kijken we terug op het leven van deze dertien-in-een-dozijn man.
Naar aanleiding van een nieuw werkproject haalde ik deze klassieker uit de kast. Volgens de potloodstreepjes her en der heb ik het ooit met aandacht gelezen, maar ik kon me er weinig tot niets van herinneren. Die eerste lezing moet dan zo'n twintig jaar geleden zijn geweest, dus wie weet heb ik over twintig jaar weer de leeservaring als nieuw met dit fraaie verhaal. Het zit ingenieus in elkaar, het onderwerp is niet vrolijk, maar ik moest ook grinniken, met name bij sommige passages in het derde hoofdstuk. Marlow is een sympathieke ik-verteller, Kurtz een begrijpelijke gek.
Liefde is d'eenge kracht
Een bundel met eerder gepubliceerde columns en essays van Ritsema uit o.a. NRC Handelsblad, die allemaal over (de opvoeding van) kinderen gaan. Ik kocht het boek om weg te geven en bladerlas er in alvorens het naar de volgende ging (volgens sommigen is dat not done, ik voel dat niet zo, het boek gaat niet beduimeld en bedorven naar de volgende, maar met aandacht en van harte; misschien een leuke vraag voor Ritsema die onder de noemer '
Treurigstemmende kijk op de manipulaties van en door de media. Mijn eerste reactie: blij dat ik geen tv heb (wat trouwens geen principiële, maar een toevalskeuze is). Ik heb me altijd ongemakkelijk gevoeld bij het bekijken van actualiteitenuitzendingen die objectiviteit suggereren terwijl men juist door de combinatie van beeld en geluid zo zeer wordt beïnvloed. In Luyendijks boek gaat het niet alleen om het medium tv, maar over verslaglegging in het algemeen. Er wordt onvermijdelijk gefilterd, het beeld is altijd incompleet. Sommige van zijn observaties zijn zo klinkklaar voor de hand liggend, toch verrassen ze je soms. Niemand is immuun voor de al dan niet bewuste mediamanipulaties. 