27 november 2007

Die dunkle Seite des Mondes, Martin Suter

In november lees ik kennelijk altijd een roman van Suter, een Zwitserse schrijver die met veel flair zijn verhalen vertelt.
De geslaagde advocaat Urs Blank is vijfenveertig, heeft alles op orde, weet waar hij mee bezig is, is tevreden met zijn succes en beleeft dan een geheel eigen midlifecrisis. Na een trip met hallucinogene paddo's is hij zo wezenlijk veranderd, zijn morele kompas is compleet van slag, hij wordt gevaarlijk voor zijn omgeving. De immorele Blank overheerst niet altijd, soms steekt de beheerste en evenwichtige Urs de kop op. Blank vlucht wanhopig het bos in, op zoek naar die ene paddenstoel die hem veranderde en, naar hij hoopt, ook weer zal genezen.
Wie is uiteindelijk de grootste slechterik? De ontspoorde Blank, zijn gezapige, opportunistische advocatencompagnons of de berekenende, keiharde zakenman en jager Pius Ott?

The Impressionist, Hari Kunzru

De hoofdpersoon, ontvangen in een mesalliance (vader Brit, moeder Indisch), om de hoek van de Taj Mahal geboren in een familie van een hoge kaste als Pran Nath, de zuivere Indiër, belandt op straat, leeft verder als de in alle opzichten misbruikte Rukhsana, wordt al snel streetwise en door karakter en omstandigheden in korte tijd een volleerde opportunist, ontsnapt aan zijn uitbuiters en buit anderen uit als Robert, de brave huisgenoot, c.q. Pretty Bobby, de boodschappenjongen van hoeren en bij gelegenheid pooier, profiteert van zijn blanke trekken en vaart als de Britse Jonathan Bridgeman, wiens identiteit hij aanneemt als de echte Jonathan op straat wordt doodgetrapt, naar Engeland, waar hij een goede opleiding krijgt, likt hielen en meer en verliest zichzelf steeds meer uit het oog.
Pran/Bobby/Jonathan, die van het Victoriaanse India naar het Edwardiaanse Londen reist en vervolgens via Parijs, waar hij in aanraking komt met een expatgemeenschap van zwarte Amerikanen, naar Afrika vertrekt voor een antropologische excursie, eindigt sjokkend op een kameel.

Het boek werd mij aangeraden toen ik op zoek was naar bedriegers in de literatuur. Ik zocht doorgewinterde oplichters. Pran/Bobby/Jonathan licht dan wel deze en gene op, hij is echter vooral een kameleon, neemt gedaante na gedaante aan en ontdekt geleidelijk dat hij juist daardoor niemand is. Hij loopt tegen zijn racistische ideeën aan, neemt afstand van zijn ideaal van de blanke man.

Het verhaal zoog me naar binnen, het boek leek unputdownable, tot Jonathan Bridgeman zijn intrede deed. De sjeu ging eruit. Eerst leek me dat nog goed passen, als Jonathan Bridgeman nadert de hoofdpersoon het meest de kleurloosheid, ik hoopte dat na dat intermezzo de vaart van ruim de eerste helft er weer in zou komen. Dat gebeurde niet.

Hari Kunzru schrijft over zijn boek: 'When The Impressionist was published in 2002 it was translated into 17 languages and won several prizes. On the US Amazon site "A Reader from Fort Scott, Kansas" wrote: "the author is obviously intelligent but obsessed by sexual perversions ... In the author's mind everyone is hiding a deviant sexual appetite." In many quarters this was considered a perceptive response.'

04 november 2007

The Several Lives of Joseph Conrad, John Stape

Joseph Conrad (Józef Teodor Konrad Korzeniowski) werd geboren op 3 december 1857, a.s. december honderdvijftig jaar geleden. Hier wordt op verschillende manieren aandacht aan besteed. Zo is er dit jaar een nieuwe biografie over deze Pools-Engelse schrijver verschenen van Conradkenner John Stape.
Stape heeft toegang gehad tot allerlei nieuw materiaal en dit in zijn boek verwerkt. Dat leidt hier en daar tot wat vermakelijke bruggetjes, dan wil hij kennelijk zo graag een gevonden weetje kwijt. Soms zijn het bruggetjes te ver; Stape werpt zich bijvoorbeeld geregeld op als deskundige op psychologisch gebied en levert dan voor bepaalde handelingen en beslissingen van Conrad verklaringen die weliswaar niet allemaal onwaarschijnlijk zijn, maar ook niet te verifiëren en daarom niet op hun plaats.
Waarom 'De vele levens van Joseph Conrad'? Geboren als zoon van rooms-katholieke Poolse ouders van lagere adel in wat nu Oekraïne is, op jonge leeftijd wees geworden, naar zee gegaan en jaren gevaren, onder meer naar Venezuela en het Verre Oosten, in Engeland beland, daar zijn draai gevonden en begonnen met schrijven (in het Engels), de Engelse nationaliteit aangevraagd en gekregen, zijn ster zien stijgen, getrouwd en twee zoons grootgebracht, gestorven.
Een boek vol Conradweetjes, aardig voor geïnteresseerden in Conrad en zijn werk evenals voor doorgewinterde biografielezers. De Nederlandse vertaling komt deze maand uit (naar verluidt opmerkelijk soepel vertaald).

02 november 2007

Iréne Némirovsky, Le Bal

Twee verhalen staan in deze bundel (die weer zo lag te lonken dat niet alleen het verjaardagscadeau, maar ook deze nieuwe schrijfster mee naar huis ging): Le Bal en Snow in Autumn. 'Snow in Autumn pays homage to Némirovsky's beloved Chekhov' staat achterop en dat verhaal las ik eerst. Een familie van Russische lage adel weet bij het aanbreken van de revolutie net naar Parijs te ontkomen. Het oude kindermeisje blijft ze trouw, reist mee en we zien de Russische revolutiehel en het armoedige emigrantenbestaan in Parijs door haar ogen. In Frankrijk takelt zij steeds sneller af, tot ze geleidelijk uit het leven verdwijnt, net als haar tsaristische moederland. Mooi.
Het titelverhaal Le Bal viel daarentegen wat tegen, mogelijk meer omdat het eerst gelezen verhaal van de onbekende schrijfster zo was bevallen. Wel zat er een venijnige draai in die aansprak, maar de beeldspraak en beschrijvingen hadden iets kinderlijks. Misschien een jonge vingeroefening van de herontdekte Némirovsky. Haar Suite Française wordt alom geprezen en zal ik zeker ook lezen.
Er wordt wel meer gelezen, de administratie is weer even een zooitje.