Seriemoordenaar houdt huis in Stalinistisch Rusland. Hij heeft het op kinderen gemunt, is voor zijn werk veel onderweg en laat her en der in het land zijn gruwelijke visitekaartje achter. In het Rusland onder Stalin komt zoiets niet voor, dat is iets voor het gedegenereerde Westen en vooralsnog worden de moorden niet met elkaar in verband gebracht, maar toegeschreven aan de eerste de beste plaatselijke zondebok, de buitenbeentjes van het sociale arbeidersparadijs. In 1953 was daarom iedereen in de Sovjet-Unie blind voor deze psychopaat. Iedereen? Nee, één man, Leo, gaat een lichtje branden en vervolgens bindt hij de strijd aan met het systeem en gaat hij op zoek naar de moordenaar.Ik ben geen thrillerlezer, misschien dat ik daarom minder in de greep was van het verhaal. Ik vond het ook niet zo goed geschreven, er waren vervelende onnauwkeurigheden (had de redacteur moeten rechtzetten), maar onnodiger vond ik de vaak omslachtige beschrijvingen van de gedachten en beweegredenen van de personages. In het begin leek het allemaal scherper en treffender neergezet, de achterdocht, de onmogelijke positie van mensen die klem zitten tussen belangen (eigen hachje, leven van een dierbare, leven van een vriend, leven van een onbekende), het onvermijdelijke verraad, de wroeging van de een en meedogenloosheid van de ander. Vanaf het moment dat Leo besluit niet langer klakkeloos in het systeem te geloven en zijn intuïtie te volgen, ging het mis. Neemt niet weg dat het toch leest als een trein en er allerlei raaks staat beschreven. Je wilt weten hoe het verdergaat, wie waar achter zit.
Misschien had ik te hoge verwachtingen omdat het een relboek is: men sprak er schande van toen het op de longlist van de Booker stond, een thriller, oei. Men sprak er dus over, mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Ik begrijp ook niet waarom het op de longlist staat. Niet omdat het een thriller is, dat lijkt me geen criterium, maar omdat het dus gewoon niet zo goed geschreven en uiteindelijk wat clichématig is, wat volgens mij wel criteria zijn.
De titel is niet goed gekozen. Dat vierenveertigste kind is een willekeurige in de reeks. Het blijft in het midden om hoeveel kinderen het gaat, het kind dat in het boek ineens wordt aangeduid met nummer vierenveertig is chronologisch niet het vierenveertigste, het stoort mij.


Naser is een Eritrese jongen die in 1980 op zijn tiende naar Soedan vlucht, waar zijn oom hem en zijn broertje oppikt en meeneemt naar zijn huis in Djedda. Van de regen in de drup, blijkt al snel. Naser is opgegroeid tussen vrouwen, in het streng islamitische Saoedi-Arabië maken mannen de dienst uit en zijn alle vrouwen aan zijn zicht onttrokken. Ze gaan in boerka gehuld over straat en worden ook op allerlei andere manieren afgeschermd van de mannenwereld. Er gaan verhalen rond over vrouwen die liefdesbriefjes laten vallen voor de voeten van een man en zo contact zoeken. Om de liefde of om de verveling te verdrijven?
De Britse officier Richard Burton (1821-1890) belandt voor de East India Company in Brits-Indië, heeft daar meer belangstelling voor de plaatselijke bevolking, taal en gebruiken dan voor de gezapige, benauwde kolonialistische arrogantie van zijn landgenoten, verdiept zich in het hindoeïsme en, als hij later wordt overgeplaatst naar Sindh, in de islam. Hij verbruit het bij zijn meerderen, wordt met 'ziekteverlof' teruggestuurd naar Engeland en bereidt een volgende reis voor. Dit keer reist hij als moslim verkleed eerst naar Caïro, van daaruit naar Medina en Mekka. Hij vertrekt als ontdekkingsreiziger, maar wordt gaandeweg ook steeds meer pelgrim en beleeft tijdens deze pelgrimage onbedoeld een zekere loutering. In de derde reis die in het boek wordt beschreven, trekt Burton vanuit Zanzibar Afrika in, op zoek naar de bron van de Nijl. 