11 april 2007

Ingenieurs van de ziel, Frank Westerman

waterbouwproza ...

Vanuit een verrassende invalshoek worden schrijvers onder het communisme in de Sovjet-Unie gevolgd. Het beginpunt zijn de megalomane waterbouwplannen van Stalin, een ingrijpen in de natuur dat volgens bepaalde theorieën een dictatuur typeert: waar de potentaat heerst, bloeit de waterbouw, waarbij het er in de Sovjet-Unie uiteindelijk zelfs om ging rivierlopen om te keren. Alles ten dienste van het arbeidersparadijs. Stalins ondernemingen moesten verheerlijkt en daar kwamen de schrijvers, de 'ingenieurs van de ziel', in het spel. Onder de bezielende leiding van Gogol, die als de verloren zoon teruggekeerd is naar eigen land, ontstaat het ene na het andere deel waterbouwproza. Het begint met een naar sociaal-realistisch model door een Russisch schrijverscollectief geschreven boek over de aanleg van het Belomorkanaal tussen de Finse Golf en de Witte Zee en groeit uit tot een complete waterbouwbibliotheek met spannende titels als 'Energie', 'De waterkrachtcentrale' en 'Van misdaad tot arbeid' (want wie denk je dat daar zo mocht ploeteren in de harde grond?).
Het is een fascinerende kijk op, maar evenzo treurige inkijk in de Russische letteren en het meedogenloze literaire beleid in de Sovjet-Unie vanaf Stalin tot en met Brezjnev. Veel narigheid, uitzichtloosheid, lakeiendom, opportunisme, verraad en verdriet onder de Russische schrijvers.
De genoemde titels lonken niet echt - het leest allemaal geheid niet zo vlot als Westerman het heeft beschreven - het Russisch en het Russische onveranderd wel.

Geen opmerkingen: