Posts tonen met het label AT. Alle posts tonen
Posts tonen met het label AT. Alle posts tonen

23 mei 2007

Radetzkymarsch, Joseph Roth

Drie generaties Trotta: grootvader Joseph Trotta, nakomeling van een eenvoudig boerengezin, redt 1859 het leven van de jonge keizer Franz Joseph I en wordt daarvoor geadeld. Zijn zoon Franz studeert rechten, trouwt, heeft een zoon en leidt een rechtschapen leven als Bezirkshauptmann. Kleinzoon Carl Joseph Trotta, die al jong zijn moeder verliest, moet officier worden, volgt ook een militaire carrière, blijkt echter een slappeling, geen ruggengraat, geen normbesef, geen oog voor andere dan zijn eigen belangen. Zijn slapte weerspiegelt het morele verval binnen de hogere legerrangen en de algehele uitholling en neergang van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie. Roths pen is scherp, maar zijn humane blik en humoristische beschrijvingen verzachten veel.
Naast de grotere politieke lijn wordt het verhaal verteld van een vader en een zoon. Carl Joseph werkt zich steeds meer in de nesten, vader Franz ziet het aan, hoopt misschien tegen beter weten in dat de wijsheid met de jaren zal komen en redt zijn zoon uit de penibelste situatie. Franz is een anachronisme, hij leeft nog in en volgens de mores van de roemrijke Dubbelmonarchie. Hij is ook een vader. Bij het afscheid na een van hun laatste ontmoetingen, waarbij het ook Franz niet is ontgaan dat Carl Joseph te veel drinkt, te weinig slaapt, onmiskenbaar verloedert, wisselen ze geijkte afscheidswoorden uit.
Er hielt den Hut in der Linken und schlug die Rechte um den Rücken Carl Josephs. Er küßte den Sohn auf die Wangen. Und obwohl er sagen wollte: Mach mir keinen Kummer! Ich liebe dich, mein Sohn!, sagte er lediglich: »Halt dich gut!« - Denn die Trottas waren schüchterne Menschen.
Treurige mannen. Treuriger nog dat de zoon vóór de vader sterft, aan het begin van de Eerste Wereldoorlog tijdens een roekeloze actie van misplaatst heroïsme.
Prachtig boek. Volgens Reich-Ranicki een van de twintig meest belangwekkende Duitstalige romans. Hij heeft misschien wel gelijk. Het is micro- en macrogeschiedenis ineen en dat ook nog zo vaardig en smakelijk verpakt.

Dan nog even een favoriete anekdote die mij tijdens het lezen te binnen schoot, niet zo heel oud en toch zo lang geleden, van de jonge jongen die de oudere man vertelt dat er voetballen is die dag. 'Wie spelen er', wil de oude weten. 'Oostenrijk-Hongarije', antwoordt de jonge. 'Tegen wie?', vraagt de oude.

19 april 2007

Stationschef Fallmerayer, Joseph Roth

Andere laatst viel de naam Joseph Roth. Ik wist titels, kon me geen inhouden herinneren. Wat had ik van hem gelezen? Sinds eergisteren zeker zijn novelle Stationschef Fallmerayer uit 1933.
Het is ca. 1910, Fallmerayer, getrouwd, twee kindjes, beheert een Oostenrijks stationnetje, een treinongeluk, een van de reizigers, de Russische gravin Walewski, vindt enkele dagen onderdak bij Fallmerayers gezin, vertrekt dan weer om zich bij haar man te voegen, stuurt nog een brief met dank en later twee ansichtkaarten, exit. Maar niet uit Fallmerayers hoofd en hart. In de Eerste Wereldoorlog wordt Fallmerayer ingezet en komt hij via omzwervingen in Oekraïne, nabij het landgoed van de gravin die hij zich nog steeds levendig herinnert. Hij gaat langs, zij is alleen, haar man strijdt aan Russische kant. Fallmerayer is sinds het uitbreken van de oorlog niet meer thuis geweest, heeft ook niets van zich laten horen. In de laatste weken van de oorlog trekt hij bij de gravin in, zij worden geliefden, in de chaos van de laatste dagen vluchten ze via omwegen naar Monte Carlo. De liefde is groot, zij wil dat hij zich laat scheiden, hij ontdekt dat hij als verloren geldt en daar laten ze het bij, zij wil als bezegeling van hun liefde een kind, hij wil dat ook, zij wordt zwanger (dat lukt dan ook meteen in zo'n verhaal). Plotseling, zij is zes maanden zwanger, duikt de gravins man weer op, ze haalt hem met Fallmerayer van het station, de graaf is niet goed uit de oorlog gekomen, zit in een rolstoel, kan nog geen maaltijd zelfstandig nuttigen, ze helpen hem het huis in. "Hierauf reiste Fallmerayer ab; man hat nie mehr etwas von ihm gehört." Hij is dan 45, een jaar lichtte zijn leven fel op, dan verdwijnt hij in de nietszeggendheid waar hij ook uit kwam.
Roth schrijft mooie zinnen. Doe mij maar meer Roth.
En nee, dit is niet woggen want gister mooi iets afgerond. Ha.

20 oktober 2006

Die drei Posträuber, Christine Nöstlinger

Na al het existentiële gezwoeg in Australië en London las ik een nostalgische Nöstlinger. De Mupfer zoeken avontuur en proberen te achterhalen waarom Ivonka Pivonka zo plotseling van de aardbodem is verdwenen. Ze komen drie Otto's op het spoor die een akkefietje bij de post hebben. Gelukkig lezen Liese Schmupfers tante Alice en tante Aline graag Christies en pakken zij iedere aanwijzig zo op. Ols well dett änds well, zouden zij zeggen.