Het verhaal is eenvoudig: de introverte loner Jerry Payne ontmoet de eigenzinnige, scharminkelige Pookie Adams, die hem onder een woordenstroom bedelft, eerst akoestisch, vervolgens in lange brieven. Hij reageert uit onhandigheid lange tijd helemaal niet, dan met een uitermate verlegen, afstandelijke en ongewild afwijzende brief. Einde contact. Ze ontmoeten elkaar toch weer en de vonk springt over. De twee hoofdpersonen zijn dan rond de twintig en zitten midden in de wilde haren, braspartijen, identiteitscrises en waar je verder zoal in zit als jonge student. De liefde is groot en gaat toch dood.
Pookie is het koekoeksjong in het nest van haar ouders die haar compleet vreemd zijn, Pookie ziet zichzelf ook als steriel eindstation. De Engelse titel is raker, dat gehops in de lila sneeuw is secundair. Dat is de kwestie van vertaalde titels.
Een 'coming of age'-verhaal, sterk, ontroerend en overtuigend. Had ik het gelezen toen ik zelf de leeftijd had van Jerry en Pookie, dan was het ongetwijfeld ook ergens in mijn hoofd blijven hangen. Nu is de afstand groter, ben ik ouder en roept het verhaal vooral weemoed op.
John Nichols schreef ook The Milagro Beanfield War, wat ik niet als boek ken(de), wel als film van Robert Redford. Ook The Sterile Cuckoo is trouwens verfilmd, misschien best aardig om te zien op een zompige zaterdag.